afb. Onbekend, ca 1930
Zoon van Martinus Ogier, bekend muziekpedagoog; gedurende bijna 25 jaar jurylid en examinator van de K.N.F. (Koninklijke Nederlandse Federatie van muziekverenigingen), werd erelid en kreeg de erepenning van deze instelling. Ogier, eerste violist en klarinettist bij het stedelijk orkest, was tevens eerst leraar, later directeur van de particuliere Bossche muziekschool, die toen 300 leerlingen telde. Men is begonnen in een pand achter het Wild Varken, later in de noodbouw aan de Pelssingel. Daarnaast was Ogier directeur van het 's-Hertogenbosch muziekkorps van 1932 tot 1945. | 212 |
H.F.J.M. van den Eerenbeemt, Geschiedenis van Noord-Brabant (1996-1997) II. 386
Paul Kriele, Stadsgezichten een Bosch' album (1990) 101-103
Henriette Straub e.a., Een bevlogen orkest uitgelicht : Het Brabants Orkest 1950-2000 (2000) 16, 21
Aart Vos, 's-Hertogenbosch : De geschiedenis van een Brabantse stad 1629-1990 (1997) 261, 393
H.J. Zomerdijk, Het muziekleven in Noord-Brabant 1770-1850 LI (1981) 171
H.J. Zomerdijk, Het muziekleven in Noord-Brabant 1850-1914 LV (1982) 288